200604decooman02kennisnetwerk.png
Provider image

Minder machines en CO2 -uitstoot, geen werk meer met bestekken en offertes, ongewenste planten die worden opgevreten, moeilijk bereikbare plekken die toch onderhouden kunnen worden: schapen zijn een aantrekkelijk en duurzaam alternatief voor de tractor en de bosmaaier. Aalst en Erpe-Mere hebben een schaapherder, Ward De Cooman. De herder, de honden en de kudde zijn graag gezien, ze dragen bij aan het positieve imago van de gemeente.

WIE
Ward De Cooman WAT Bio-ingenieur bij de Vlaamse Milieumaatschappij en schaapherder van onder meer de stad Aalst en de gemeente Erpe-Mere

HOE
De kudde begraast verschillende terreinen in Aalst en Erpe-Mere, en is een ecologisch alternatief voor het maaien met machines.

HOEVEEL
Ward De Cooman is al vijftien jaar schaapherder, naast zijn voltijdse baan bij de VMM. Hij is samen met zijn drie bordercollies elke dag bezig met zijn schapen.

Eind april raakte de Schelde ernstig vervuild door een gigantische hoeveelheid bietenpulp afkomstig van een suikerbietenfabriek in de omgeving van het Noord-Franse Cambrai. De pulp slorpte de zuurstof uit het water, in Wallonië kwamen nagenoeg alle vissen in de rivier om door verstikking. Vlaanderen had iets meer tijd om te reageren en deed dat ook gevat.

Ward De Cooman, bio-ingenieur bij de Vlaamse Milieumaatschappij en verantwoordelijk voor de waterbodemkwaliteit en incidenten met impact op het oppervlaktewater, coördineerde de actie: ‘Met de inzet van zuurstofpompen, het openen van sluizen en voortdurende metingen zijn we erin geslaagd om 95 procent van het visbestand in de Schelde te redden. Het was een zeer intensieve periode met een fantastisch resultaat.’ Dat het een drukke tijd was voor Ward De Cooman hoeft geen betoog, want eind april zijn ook de lammetjes nog piepjong.

 

Wat het een met het ander te maken heeft?

Ward heeft naast zijn voltijdse baan bij de VMM nog een leven als schaapherder van onder meer de stad Aalst en de gemeente Erpe-Mere. ‘Voor lammetjes was 2020 een topjaar. Er waren veel twee- en drielingen, wat toch veeleer zeldzaam is. Dat maakt dat mijn kudde nu 150 schapen telt. Het is een beetje uit de hand gelopen, moet ik toegeven.

Ik ben geboren met een liefde voor dieren. Thuis mocht ik er geen hebben. Toen ik op eigen benen stond, nam ik een hond. Daarna kwamen de schapen.’ ‘Het moet zo’n vijftien jaar geleden zijn dat ik vier schapen inzette om een terrein van de VMM in Erembodegem te begrazen. Een prachtige hoogstamboomgaard die zeer moeilijk te maaien was. We hebben er een draadafsluiting rond geplaatst en er de schapen op gezet. Het lukte. Nu nog staan er enkele van mijn schapen.

Na een tijdje zijn daar de wachtbekkens en de dijken van de VMM in de omgeving van Aalst bijgekomen. Die werden voordien gemaaid met de bosmaaier, dat was zeer arbeidsintensief en duur. Voor schapen moet je enkel eenmalig investeren in een afsluiting. Je begraast ecologisch, je hebt geen machines meer nodig die CO2 uitstoten, je moet geen bestekken en offertes meer maken. Het is de perfecte formule.’

 

"We hebben de herder gezien"

Dat ontging ook de stad Aalst niet, die Ward De Cooman aantrok als schaapherder. Onlangs deed de gemeente Erpe-Mere hetzelfde. De schapen begrazen er een terrein aan de achterzijde van de begraafplaats dat wellicht nooit meer in gebruik zal worden genomen. Ook op het domein Steenberg waar het gemeentehuis is gevestigd, doen de schapen hun ding. Daar is geen vaste afsluiting, flexinetten met elektriciteit houden de dieren ter plaatse en kunnen na het begrazen makkelijk verplaatst of weggenomen worden.

‘Een schaapherder is een vrijwilliger, het is een passie en een vorm van ontspanning. Ik ben er trots op dat ik de herder van Aalst en ErpeMere ben. Ik draag mee het positieve imago van de stad en de gemeente uit. Als mensen me dat vragen, dan laat ik de kudde eens los met mijn drie honden er omheen en dan ga ik echt herderen. Voorbijgangers vinden dat fantastisch. Ze sturen berichten naar het infoloket “We hebben de herder gezien”. Ze posten filmpjes. Mijn vrouw zegt me dan: “Was je weer show aan het geven?” Ja, ik kan het soms niet laten.’

 

Nabegrazing in de winter

Ward De Cooman herdert ook voor Natuurpunt, dat gaat dan meestal over nabegrazing in de winter. ‘Na het uitbloeien van de voorjaarsbloeiers wordt er gemaaid en wordt het maaisel afgevoerd. In de winter en het vroege voorjaar moeten die percelen dan heel kort komen te staan zodat er bijna geen gras overblijft en de voorjaarsbloeiers alle kansen krijgen. Dat verschralen van gronden gaat prima met schapen. Het ras waar ik mee werk, de Ardense voskop, eet ook distels en brandnetels. Planten die een echte pest zijn, zoals reuzenbalsemien of Japanse duizendknoop, worden kaalgevreten en krijgen geen kans meer, maar bijvoorbeeld wilde orchideeën worden verder over een terrein uitgezet dankzij de schapen.’

 

Herderen

Eind mei stond een groot deel van de kudde op één plek, de schapen moesten geschoren worden. Normaal zijn ze op verschillende terreinen aan het grazen. ‘Elke avond ga ik op een andere plek langs, met mijn drie bordercollies. Ze brengen de schapen bij me, dan tel ik ze, controleer even of alles in orde is, knip eventueel de nagels van enkele dieren bij.

Af en toe moeten de dieren verplaatst worden. Dat gebeurt met de auto met aanhangwagen of, als de afstand niet te groot is, over de openbare weg. Dat is het echte herderen, samen met de honden de kudde veilig en vlot van plek naar plek brengen. Ik heb het werken met honden geleerd door veel naar andere herders te kijken en door hen te helpen. En ook door filmpjes op YouTube te bekijken. Het duurt jaren voordat je dat echt in de vingers hebt en kunt communiceren met de honden. Een goede herdershond kan een kudde bijeenhouden en wegdrijven, of een groep schapen splitsen. Maar hij moet dat vooral in rust kunnen. Zelf moet ik ook rustig zijn. Als ik na een stresserende dag bij de kudde kom en het lukt niet, dan ga ik even terug in de auto zitten om tot rust te komen. Je bent met zijn drieën bezig: hond, kudde en herder.’

Hoe ver de passie van Ward De Cooman gaat, bewijst hij elke lente door twee of drie pasgeboren lammetjes die het moeilijk hebben, mee te nemen naar het werk, in een karretje achter aan zijn fiets. Hij plaatst een kleine omheining in de voortuin van het VMM-gebouw, de collega’s helpen bij het geven van melk. Het initiatief heeft zoveel succes dat er zelfs een uurrooster aan te pas komt met wie wanneer voedert. Dit voorjaar gooiden corona en het thuiswerken roet in het eten, maar volgend jaar wordt de traditie ongetwijfeld weer opgepikt. •

 

Bart Van Moerkerke is redacteur van Lokaal
Voor Lokaal 0708 | 2020