kennisnetwerk.jpg
Provider image

Jens Van Akeleyen groeide op met de fiets. Fietsen vond hij altijd al een functionele en sportieve oplossing, waar hij veel energie uit haalde. Dat bleef zo toen hij als revalidatie- en sportarts aan de slag ging in het ziekenhuis van Geel. Het beroep, de liefde voor de fiets, het ouderschap en de verkeerssituatie in zijn woonplaats dreven hem tot extra engagement binnen het lokale weefsel. Met de lokale afdeling van de Fietsersbond, die hij oprichtte, weegt hij nu mee op het Geelse mobiliteitsbeleid. Dat heeft veel, zo niet alles te maken met het aanspreken van netwerken en motiveren van mensen.

In contact met

WIE
Jens Van Akeleyen

WAT
Revalidatie- en sportarts bij Ziekenhuis Geel, oprichter en ondervoorzitter van Fietsersbond Geel, voordien ook actief in de sportraad en als OCMWraadslid.

Via gezamenlijke acties met de Fietsersbond, het lokale bestuur, allerhande organisaties en gemotiveerde burgers werkt hij aan één doel: meer mensen op de fiets krijgen in betere omstandigheden, voor een betere gezondheid en een betere maatschappij.

HOEVEEL
Met de twaalf vaste bestuursleden werkte hij een ‘20 puntenfietsactieplan’ uit dat de basis vormt voor het huidige en toekomstige fietsbeleid in Geel. Dit is het zesde jaar sinds hij de lokale afdeling van de Fietsersbond oprichtte. 

 

‘Als sport- en revalidatiearts bekijk ik fietsen natuurlijk in de eerste plaats vanuit het gezondheidsaspect: beweging is het goedkoopste medicijn,’ zegt Jens Van Akeleyen. ‘Maar de fiets biedt ook maatschappelijke voordelen: het is een toegankelijk vervoermiddel voor jong en oud, arm en rijk, en niet alleen goed voor het individu maar ook voor de buurt, en – moet het nog gezegd? – voor het milieu. Het is heel belangrijk om daarop te blijven inzetten. En ik wil daar zelf het goede voorbeeld in geven.’ Om de horizon van de eigen consultatieruimte te verleggen werd Jens Van Akeleyen aanvankelijk actief in de lokale sportraad, waar het principe ‘mensen doen sporten’ algauw evolueerde naar de concrete ambitie om meer mensen aan het fietsen te krijgen in betere omstandigheden.

‘De drukke verkeerssituatie in Geel had me aan het denken gezet,’ vertelt hij daarover. ‘Toen een stijgend aantal burgers in 2014 actie ging voeren tegen het mobiliteitsbeleid van het toenmalige bestuur, was dat voor mij een kantelmoment: ik was al enkele jaren lid van de nationale Fietsersbond, maar nam nu eindelijk de tijd om zelf een lokale afdeling op te richten. In de zomer van dat jaar kreeg ik voldoende mensen en handtekeningen bijeen voor een officiële startvergadering. Terzelfdertijd belandde ik als gecoöpteerd mandataris in de OCMW-raad, een statuut dat ik niet mocht combineren met dat van Fietsersbond-voorzitter. Dus zochten en vonden we iemand anders voor die post, met mij als ondervoorzitter. Johan Alen en ik vormen sindsdien een sterke tandem.’

Met de Fietsersbond bracht en brengt Jens Van Akeleyen enthousiaste mensen van verschillende strekkingen bijeen. De twaalf vaste leden van het bestuur kunnen voor hun acties bogen op een breed bestand van sympathisanten. ‘Allemaal zijn we erg gesteld op de fiets, maar politiek is onze samenstelling in evenwicht,’ legt hij uit. ‘Dat is net onze sterkte: we kunnen ons onafhankelijk opstellen, en we worden door het lokale bestuur ook erkend als een volwaardige gesprekspartner.

Fietsen is een thema dat over politieke grenzen heen verbindt. We willen ervoor lobbyen bij het beleid, er maatschappelijke visie over ontwikkelen, mensen motiveren, organisaties aanspreken. Vanaf 2015, en zeker in de aanloop naar de lokale verkiezingen van 2018 namen we de vlucht vooruit en ontwikkelden we een fietsactieplan in twintig punten om duidelijk te maken dat er voor duurzame mobiliteit echt werk aan de winkel was. We konden alle politieke partijen ertoe bewegen zich achter de meeste punten te scharen voor het geval ze mee in het bestuur zouden komen. En met resultaat: we hebben nu voor het eerst een schepen bevoegd voor fietsbeleid, er is een extra fietsambtenaar, en er is een fors jaarlijks fietsbudget vrijgemaakt. De fietstunnel van de nieuwe fietsostrade onder de ring is misschien wel het belangrijkste gevolg van ons team- en lobbywerk. Het fietsbeleid staat nu hoog op de agenda in Geel, dankzij de Fietsersbond.

De vrijwillige bezigheden van de artsondervoorzitter draaien om samenwerking, overleg en gezamenlijke actie. ‘Maandelijks zitten we samen met de dienst mobiliteit en de schepen van Mobiliteit, en wisselen we op een informele manier agendapunten uit. Met het lokale bestuur organiseerden we al samen activiteiten, zoals een filmavond over fietscultuur en een radio-interview over veilige schoolomgevingen, de tijdelijke uitbating van een bewaakte fietsenstalling op de evenementenmarkt van Geel als voorbeeld voor jeugdverenigingen enzovoort.

Maar de partnerschappen reiken ook verder. Zo stippelden we voor de omgeving van het private woon-zorgcentrum enkele veilige fietsroutes uit, en promoten mee een duofiets waarmee bezoekers en rusthuisbewoners samen in de buurt kunnen gaan fietsen. Dat bleek een enorm succes, en andere woonzorgcentra willen dat nu ook, om hun senioren meer buiten te krijgen. En wij mogen nu buiten de openingsuren in de cafetaria van het woon-zorgcentrum vergaderen. Mooi toch?’

De Fietsersbond zelf is ook nog de drijvende kracht achter jaarlijkse acties zoals de Applausdag voor fietsers, de Fietstelweek en de zogenaamde Critical Mass Bike Ride. Zo ook in Geel. Jens Van Akeleyen ziet het draagvlak groeien, en dat geeft voldoening. ‘Regelmatig met gelijkgezinde mensen samenkomen en maatschappelijke meerwaarde creëren, dat geeft je vleugels,’ zegt hij. ‘Samen staan we sterk.’ Toch blijft hij ook met twijfels zitten. ‘Een gezamenlijke onderneming draait maar zo goed als haar zwakste schakel. Vlaanderen is zo volgebouwd, en er blijven veel knelpunten en onveilige plekken bestaan. Veel ouders vinden het verkeer te gevaarlijk om hun kinderen te laten fietsen, en daardoor missen die kansen om van jongs af aan de juiste vaardigheden aan te leren. De fietscultuur kan in het algemeen nog beter. En nog meer mensen moeten de “modal shift” maken naar fietsen, zeker voor de kortere afstanden. Dat gebeurt al. Maar je moet het goede voorbeeld blijven geven.’ •

 

Pieter Plas is redacteur van Lokaal
Voor Lokaal 04 | 2020