_Z3A3106-scaled (002)_1.jpg
Provider image

Lina is 33, heeft twee bachelors op zak, de wereld ligt aan haar voeten. Of die zou er moeten liggen. Ze heeft last van extreme angstaanvallen, kon daardoor haar master-thesisjaar niet afmaken. Ze woont op dat moment bij haar vader, maar in 2015 trekt hij weg. Een tijdje rooit zij het met haar spaarcenten. Tot ze op zijn, en ze de huishuur niet meer kan betalen. Noodgedwongen komt ze dan aankloppen bij het OCMW.

Harold werkt op de dienst activering. Zijn eerste uitdaging bestaat erin haar op de afgesproken momenten te zien te krijgen. Geen sinecure. Het zijn die angstaanvallen. Lina loopt tegen de muren op, maakt zichzelf letterlijk ziek. Zij heeft psychologische hulp nodig.

In plaats van haar een moeilijke, vaak maandenlange procedure te doen doorlopen bij de Centra voor Geestelijke Gezondheidszorg (CGG), schakelt Harold een van de psychologen in die het OCMW zelf onder de arm heeft genomen. Dit maakt deel uit van een pilootproject dat zo veel mogelijk drempels weg probeert te nemen tussen cliënten en psychologische hulp. Sinds een jaar staan een drietal psychologen ter beschikking om op zeer korte termijn in te springen, ieder met zijn specialiteit, en verschillende uurroosters om flexibel op de behoeftes van de cliënt in te spelen. Cliënten kunnen tot 14 sessies boeken aan een lage prijs.

Samen met een van die psychologen werkt Harold met Lina aan de relatie met haar vader. Met haar moeder is er sinds lang geen enkel contact meer. De activering blijft moeilijk, maar stapje bij beetje kruipt Lina uit het dal. Via vrijwilligerswerk bij een organisatie geraakt ze uit het isolement –hoewel het nog steeds voornamelijk thuiswerk betreft. Lina heeft nog steeds hulp en steun nodig, maar ze staat op haar zelfstandigheid. Dat maakt de samenwerking met het OCMW en met Harold er niet bepaald gemakkelijker op. Het komt tot een conflict. Het activeringstraject loopt spaak, en Lina’s leefloon wordt een tijd lang stopgezet.

Harold blijft evenwel in haar geloven, weigert haar dossier aan iemand anders te geven. Ze vinden een Artikel 60 job die bij haar past. Intussen begint de psychologische begeleiding ook haar vruchten af te werpen. De angstaanvallen verminderen. Lina is gaandeweg beter in staat voor zichzelf te zorgen. De onafhankelijkheid waar ze prat op gaat, wordt werkelijkheid. Het reguliere werkcircuit wenkt. Naast die nieuwe job zet ze inmiddels ook haar opleiding verder.

Voor Harold is het de combinatie van doorzetten; het blijven geloven in de cliënt, en een vlotte samenwerking met andere diensten dat het verschil maakt. Lina’s traject bij het OCMW is inmiddels afgesloten. “Ik was mijn vertrouwen in andere mensen volledig kwijt,” zei ze. “Bedankt om in me te blijven geloven.”