200114foodhub9.jpg
Provider image

In Sint-Jans-Molenbeek zorgt Atelier Groot Eiland niet alleen voor de trajectbegeleiding van mensen die moeilijk aan de bak komen op de arbeidsmarkt, maar ook voor stadslandbouw en een nauwe band tussen producent en consument. Sinds kort gebeurt dat ook in hartje Brussel, in de Wolf, een foodmarkt aan de Wolvengracht.

‘We willen de consument dichter bij de producent brengen,’ zegt Steffi De Ruyck, uitbater van de pas geopende Food Hub in Wolf. Wolf komt van Wolvengracht, het grote pand van achtereenvolgens ASLK en Fortis waar sinds december ’19 in de ruime vestibule een reeks alternatieve restaurantjes zijn gevestigd. Die band tussen boer en klant noemt Steffi De Ruyck het grootste verschil met andere biowinkels. Hier hangt bij elk product een foto van de boer.

‘Zo maken we de korte keten heel concreet. Van elk product kennen we de producent. Ook de prijzen zijn transparant. We tonen duidelijk welk deel van de prijs naar de boer gaat, wat naar het transport en wat wij ervoor krijgen. Dit is eerlijke handel in de zuiverste betekenis.’ The Food Hub zit mee in de coöperatie Atelier Groot Eiland. ‘Het is de bedoeling dat alles terugkeert naar de aandeelhouders, zijnde de maatschappij. Daarom is die link met de producent belangrijk,’ zegt algemeen coördinator Tom Dedeurwaerder. Voor

Steffi De Ruyck gaat dit van de bioburgers uit Oostkamp tot de Siciliaanse boeren van Valdibella: ‘Dat is gestart als sociale-economieproject in de strijd tegen de armoede én de maffia, omdat er dankzij de coöperatie eindelijk werk was voor die jongeren.’

Zo krijgen de boeren en hun medewerkers niet alleen een goed loon, maar erbovenop waardigheid, trots en zelfvertrouwen. ‘Dat is het doel voor alle mensen waarmee we werken,’ zegt Tom Dedeurwaerder. ‘In Atelier Groot Eiland is het altijd onze strategie om met die drie componenten te werken. We bieden tijdelijke werkervaring aan, we zijn conform aan de marktprijzen en duurzaam voor de wereld.’

 

Korte keten met toegevoegde waarde

Atelier Groot Eiland is 33 jaar geleden ontstaan om kansarmoede te bestrijden door arbeid, namelijk als schrijnwerkerij die voor een groot deel met recuperatiehout werkt. De schrijnwerkerij bestaat nog altijd, maar duurzame voeding wordt almaar belangrijker. Ondertussen telt Atelier Groot Eiland vijf stadslandbouwprojecten, twee restaurants en drie biowinkels.

Steffi De Ruyck:
‘Op elk product tonen we welk deel van
de prijs naar de boer gaat, wat naar het
transport en wat wij ervoor krijgen. Dit is
eerlijke handel in de zuiverste betekenis.’

De eerste moestuin begon in 2015 op de 1500 m2 van de Zennebedding achter de schrijnwerkerij die in de oude brouwerij van Belle-Vue gevestigd was. ‘Dat areaal is heel beperkt en dus moet je goed nadenken wat je daar kweekt,’ zegt Tom Dedeurwaerder. ‘Het moeten gewassen zijn die een hoge toegevoegde waarde bieden, en bovendien snelle groeiers, want er is maar een paar maanden genoeg zonlicht. Dus sla, rucola, warmoes, spinazie, babypompoen en babymaïs. In de toekomst willen we ook uitzoeken of we er eetbare bloemen kunnen kweken.’ De groenten vinden hun weg naar hun eigen restaurants en vijf andere Brusselse restaurants, de vraag is al groter dan het aanbod. Alles gebeurt volgens het korteketenprincipe, ’s morgens oogsten en ’s middags wordt het al in het restaurant geserveerd.

Daarnaast boert Atelier Groot Eiland ook op het Abattoir in Anderlecht, goed voor 4000 m2, op 900 m2 bij een woon-zorgcentrum in Anderlecht, 1500 m2 achter het Maximiliaanpark en nu in februari starten ze bij de VUB in Jette een CSA (community supported agriculture) op een stuk grond van 9000 m2 waar zij instaan voor het zaaien en planten terwijl de leden zelf komen oogsten in ruil voor een jaarlidgeld. Dat hoeven dan niet per se gewassen met een hoge toegevoegde waarde te zijn. Dat lidgeld maakt dat het economisch rendabel wordt en duurzaam, rechtstreeks uit de grond, terwijl Atelier Groot Eiland er aan arbeidszorg doet.

 

Iedereen een rugzak

In de restaurants en winkels en op de velden geeft Atelier Groot Eiland opleiding en werkervaring aan mensen die niet aan de bak komen op de arbeidsmarkt. Twee op de drie van deze mensen stromen al binnen een jaar door, maar er zijn ook mensen, met bijvoorbeeld psychoses, die nooit meer op de arbeidsmarkt terecht kunnen. Deze mensen krijgen arbeidszorg, ze blijven aan de slag in de moestuinen. Tom Dedeurwaerder: ‘Iedereen die bij ons terechtkomt, krijgt trajectbegeleiding, want ze lopen allemaal met een rugzak met problemen in het thuisland, drugs, alcohol of een hoop schulden. We ondersteunen hen.

Als je met zulke problemen wordt geconfronteerd en bijvoorbeeld elk moment de deurwaarder kunt verwachten, dan kun je niet goed werken. We verbreden hun bandbreedte en helpen hen bij het zoeken naar hun oplossingen. Zo kan de speelpleinwerking een oplossing zijn tijdens de vakantie, bijvoorbeeld. Op het einde van het traject doen we aan jobcoaching, we stellen samen een cv op, oefenen een sollicitatiegesprek en tonen waar ze vacatures kunnen vinden zonder hun onrealistische verwachtingen te geven. We zien dat het werkt, twee op de drie stromen door.’ Deze mensen zijn door de VDAB erkend of gestuurd, het zijn artikel 60’ers of doorstromers. Dat geldt ook voor de restaurants van Elan vzw waarmee Atelier Groot Eiland onlangs een samenwerking is gestart.

 

Zoek het niet te ver

De klanten worden kritischer, niet alleen op het vlak van betaalbaarheid, ze willen ook eerlijk eten van goede kwaliteit. Of het nu in het ZeroWaste-project is waarin Atelier Groot Eiland de overschotten van een supermarkt verwerkt of in de zomerbar van het Elizabethpark in Koekelberg, een samenwerking met het lokale gemeenschapscentrum de Plateau, de principes blijven overal gelden. Ze werken bovendien altijd lokaal: ‘We verkopen dus geen Heineken of Budweiser, wel Zennebier of Babylon, een ander Brussels bier. En we zullen eerder werken met de horecagroot handel van over de deur dan met een goedkopere verder weg, want ook op die manier werk je lokaal en voorkom je transportkosten,’ zegt Tom Dedeurwaerder die al dertien jaar de boel coördineert en laat groeien.

Toch neemt hij niet elk voorstel aan: ‘Telkens vragen we ons af of het overeenkomt met onze visie. Toen Couleur Café vroeg of we de bezoekers klapstoeltjes konden laten maken, hebben we dat na rijp beraad geweigerd, want het sociale luik zou te weinig invulling krijgen.’ Voor de slasoorten van de Zennebedding of de bijzondere Siciliaanse olijfolie kun je in The Food Hub in Wolf (maar ook in Sint-Jans-Molenbeek of Leuven) terecht, maar ook in de restaurants daar die graag de verse producten made in Brussels bestellen. ‘Een van hen gebruikt onze bijna onverkoopbare producten voor een smakelijke dagschotel,’ zegt Steffi De Ruyck.

 

Marlies van Bouwel is hoofdredacteur van Lokaal
Voor Lokaal 02 | 2020