Om de Agenda 2030 voor Duurzame Ontwikkeling te realiseren is ook de bijdrage van het lokaal sportbeleid nodig. De Agenda 2030 wijdt een paragraaf aan sport en linkt sport met gezondheid en sociale cohesie. Het is op lokaal niveau waar de uitdagingen zich laten voelen, maar ook waar de oplossingen liggen. Want de gemeente is het bestuursniveau dat het dichtst bij de bevolking staat, het beste weet wat haar bezighoudt en wat ze nodig heeft. De SDG’s zijn een ideale kapstok om lokaal (sport)beleid aan te koppelen en zij stimuleren je om transversaal te werken. Leg de link tussen lokaal en globaal en speel in op de uitdagingen en kansen die dit voor de lokale sportsector biedt.

Sport is eveneens een belangrijke factor in de totstandkoming van duurzame ontwikkeling. We erkennen de groeiende bijdrage van sport tot de realisatie van ontwikkeling en vrede als promotor van tolerantie en respect via de bijdrage die het levert tot de empowerment van vrouwen en jongeren, individuen en gemeenschappen; alsook tot gezondheid, onderwijs en sociale inclusie.

Bron: Transforming our World. The 2030 Agenda for Sustainable Development

 

Tegen 2030 leven we gezonder op het vlak van voeding, lichaamsbeweging, geestelijke gezondheid en hebben we meer welbevinden... In 2030 is er in Vlaanderen een sportmentaliteit opdat gezond sporten en actief bewegen een gewoonte is in ons dagelijks leven, mede geïnspireerd door de bewegingsdriehoek.

Bron: VIZIER 2030. Een 2030-doelstellingenkader voor Vlaanderen 

Inspiratie en sterke praktijken

Geen armoede (SDG 1) en ongelijkheid verminderen (SDG 10)

Een toegankelijk sportaanbod creëert kansen op ontmoeting voor kwetsbare mensen. Door samen te sporten overstijgen zij hun isolement en grijpen ze kansen. Het volstaat niet om maatschappelijk kwetsbare mensen niet uit te sluiten. Er is nood aan een actieve aanpak om hen te betrekken. Lokale besturen zetten steeds meer in op brugfiguren, bruggenbouwers, bemiddelaars… Organisaties werken ook meer met buddy’s, vertrouwensfiguren, meters en peters… Brugfiguren zijn vooral professionals. In deze projecten staan zowel medewerkers van het OCMW als medewerkers van gespecialiseerde organisaties in voor de toeleiding. Maar soms werkt men ook met vrijwilligers zoals de Talentcoaches in Genk. In dit filmpje zie je hoe Ellen Vanassche van Stad en OCMW Lier te werk gaat. Zij gaat in de eerste plaats op zoek naar toegankelijke sportpartners.

Lees in dit verband zeker ook de boeiende bijdrage van Kris De Visscher , stafmedewerker personen met een beperking & jeugdwerk bij DEMOS, die wij hier graag als bron vermelden.

Sportprofessionals komen steeds meer in aanraking met armoede. Onze partner ISB vzw ontwikkelde daarom, in opdracht van minister van sport Muyters en met steun van Sport Vlaanderen, een online opleiding Sport en Armoede. Met deze online opleiding kan iedereen op zijn eigen tempo basiskennis opbouwen rond sporten met mensen in armoede. De vorming wil sportprofessionals zowel kennis, als vaardigheden en concrete tips meegeven. Je kan de vorming in je eentje doorlopen, of zelf met de opleiding aan de slag gaan om vorming voor je team te organiseren. Het volstaat om je gratis te registreren op www.isbvzw.be/sportenarmoede en je direct aan de slag.

De Minister van Armoedebestrijding ondersteunde 19 projecten die bruggen bouwen tussen sport en/of jeugdwerk en gezinnen in armoede. De projectoproep ondersteunde in hoofdzaak lokale besturen om bruggen te bouwen in de vrije tijd. Drie belangrijke sporen staan daarbij centraal:

  • Het effectieve bereik van kinderen jongeren: hoe slagen aanbieders van jeugdwerk en sport erin om kinderen en jongeren in armoede te bereiken en op een duurzame manier te behouden in hun werking?
  • Welke initiatieven worden er genomen om drempels weg te nemen (financiële en andere)?
  • Op welke manier verhoogt men de competenties van medewerkers in sport en jeugdwerk zodat deze kinderen en jongeren volwaardig kunnen participeren?

Demos en ISB vzw kregen van de Vlaamse overheid de opdracht om deze projecten te ondersteunen.  In de loop van het project lieten ze enkele filmpjes maken over de ervaringen uit de projecten, om zo andere lokale besturen warm te maken voor het bouwen van bruggen. Meer info over het traject Bruggenbouwers en de inspirerende filmpjes kan je vinden op https://demos.be/traject-bruggen-bouwen/over-dit-traject

Goede gezondheid en welzijn (SDG 3)

Fietsen is gezond. Voor veel mensen is goed kunnen fietsen geen evidentie. Leren fietsen kan veel deuren openen: naar werk, naar onderwijs, naar vrijetijdsparticipatie, naar een gezond leven … Leren fietsen werkt emanciperend en genereert een gigantische sociale impact. Heel wat lokale besturen zetten in op fietseducatie en werken zo mee aan de realisatie van de SDG's. Fietsschool Leuven pakt het groots aan en werkt daarbij nauw samen met Mobiel 21.

Gendergelijkheid (SDG 5)

De sportparticipatie bij mannen ligt nog altijd hoger, ondanks de grote inspanningen om de participatiedrempels voor vrouwen weg te halen. Niet enkel op het sportieve vlak, maar ook op bestuursniveau in de sportvereniging en de -federaties is er nog altijd sprake van een ‘glazen plafond’. De ondervertegenwoordiging van vrouwen in gemeentelijke adviesraden is in dit verband betekenisvol.

Vrouwen moeten te veel barrières overwinnen om te sporten. Voorbeelden hiervan zijn te weinig middelen, gebrek aan tijd (bv. door de kinderzorg), moeilijkere toegang tot (passende) sportinfrastructuur, gebrek aan juiste uitrusting, maar ook minder fysieke, meer mentale drempels zoals gebrek aan zelfvertrouwen, de mannelijke (macho?) sportcultuur, te weinig aandacht voor onveiligheidsgevoelens/reële onveiligheid in en rond sportvoorzieningen, het gebrek aan visibiliteit in de media, …

Lokale sportdiensten kunnen een belangrijke bijdrage leveren op vlak van sensibilisering en ondersteuning van de sportclubs. Gemeenten nodigen de sportverenigingen uit om de Panathlon verklaring "Ethiek in de Jeugdsport" te onderschrijven. Sportdiensten informeren actief rond de aanpak van grensoverschrijdend gedrag binnen clubs en trekken lessen voor de eigen praktijk. Vormingsinitiatieven en tools rond ethisch sporten worden gestimuleerd en gedeeld. 

Gendergelijkheid veronderstelt ook het aanpakken van de heteronormativiteit en de homofobie in sportmiddens. Naar aanleiding van ‘Antwerpen – Europese sporthoofdstad 2013’ lanceerde Sporting A in samenwerking met çavaria en Het Roze Huis een charter tegen homofobie in de sport. Zowel voor mannen als voor vrouwen werd een charter opgesteld. De charters bevatten tips om met minimale inspanningen een meer positieve houding ten aanzien van holebi’s en transgenders in de sportclubs te creëren. Het geldt als een uithangbord voor de club, maar geeft tevens iedereen een gevoel van aanvaarding van diversiteit.

Werken aan concrete sportparticipatie van kwetsbare groepen zal in veel gevallen een specifiek maatwerkoplossing vragen. 

Sportdienst Ronse en Samenlevingsopbouw zetten met Ladymove al jarenlang dergelijk sportaanbod in de steigers.

Schoon water en sanitair (SDG 6)

Sportdiensten staan zelf in voor het beheer van gemeentelijke sportinfrastructuur of zetten hun expertise in bij het autonoom gemeentebedrijf, in een intergemeentelijke samenwerking en /of in een publiek privaat samenwerkingsverband (PPS). Publieke zwembaden springen wanneer het gaat over 'Schoon water SDG 6' direct in het oog. De bouw of grondige renovatie van publieke zwembaden of multifunctionele sportinfrastructuur is meer dan ooit een uniek gegeven in de legislatuur. De beleidskeuzes worden zorgvuldig gewikt en gewogen en energie-, milieu- en toegankelijkheidsaspecten maken dit naast de problematiek van de financiering en exploitatie tot een huzarenstuk. De Vlaamse overheid ondersteunt dergelijke projecten via specifieke projectoproepen voor bouw en renovatie van sportinfrastructuren en via flankerende maatregelen met het oog op de realisatie van klimaatdoelstellingen. Sport Vlaanderen, vaak geruggesteund door  Inter (partner van agentschap Toegankelijk Vlaanderen), formuleert in opdracht van de Vlaamse overheid de oproep en de subsidievoorwaarden. ISB vzw ondersteunt en begeleidt de lokale besturen in dergelijke dossiers.

Minstens even belangrijk dan deze grootschalige projecten is de dagelijkse doorgedreven aandacht voor onder meer schoon water. Met het project Ecosportief - Sporten doe je spoorloos  werden ook deze kleine ingrepen belicht: plaatsen van spaarzame douchekoppen, voorzien van (gratis) waterfonteintjes, ... en - misschien wel de belangrijkste inspanningen-  werken aan bewustmaking en gedragsverandering van de sporters zelf.

De stad Aalst investeert in een energiezuinig zwembad

Om de CO2-uitstoot van het deels nieuw deels gerenoveerde stedelijk zwembad zo laag mogelijk te houden worden er geavanceerde technieken gebruikt. Het afgevoerde spoel- en douchewater wordt gezuiverd en de warmte wordt teruggewonnen. De gerecupereerde warmte wordt vervolgens gebruikt voor de verwarming van het gebouw. Zo wordt er 70 % minder water verbruikt en de lozing van het vervuild water wordt met 70 % verminderd. Het gebouw wordt zeer grondig geïsoleerd en luchtdicht gemaakt. Dankzij LED-verlichting met aanwezigheidssensoren wordt energie bespaard en op het dak zullen zonnepanelen energie opwekken. Het is de ambitie om van het nieuwe zwembad een BEN-gebouw te maken, een Bijna-Energieneutraal gebouw. De Vlaamse overheid draagt bij in de financiering via het Vlaams Sportinfrastructuurfonds en het Klimaatfonds.

Bron: stedelijke webpagina's van de stad Aalst

Zwemvijver Boekenberg - Deurne

De zwemgelegenheid in het Boekenbergpark in Deurne is een ecologische zwemvijver. Planten zuiveren het water op een natuurlijke manier, waardoor het zwembad geen chemicaliën bevat. Er is een grote vijver van 73m lang met een diepte tussen 1,80 en 2,50m. Er is ook een klein speelbad met een diepte van 50cm en een grote ligweide. De bezoekers kunnen gratis zwemmen, wat bij mooi weer voor een grote populariteit zorgt. Blokzwemmen in groepen van 150 baders zorgt ervoor dat de zwempret blijft duren. 

Bron: webpagina Antwerpen Sportstad 

Herent plant een grondige energetische renovatie van multifunctioneel complex “De Warot”

Herent gaat de verouderde sporthal ‘De Warot’ (1976) grondig aanpakken. Ze engageert zich om een ingrijpende energetische renovatie en uitbreiding van de oude sporthal door te voeren en ze in één beweging om te vormen tot een multifunctioneel complex. Herent wil zowel innoverend als inspirerend zijn door te kiezen voor circulaire bouw en het duurzame karakter van de verschillende deelaspecten ervan. Zo wordt er ingezet op een zuinig energie- en watergebruik, maar ook op toegankelijkheid en gebruik van duurzame bouwmaterialen. Daarnaast wil Herent ook experimenteren met het concept van circulair bouwen. Het gebouw zelf zal een impact hebben op de temperatuur in de omgeving door het voorzien van groengevels en eventueel een extensief groendak. Dat zorgt voor een verkoelend effect en zuivert bovendien de lucht van o.a. fijn stof. Verder zal er ook sterk ingezet worden op de toegankelijkheid van het gebouw en voorrang gegeven worden aan duurzame vervoersmodi. Rond het gebouw komt een ruime groenbuffer met uitsluitend inheemse en bijenvriendelijke plantensoorten. Met betrekking tot het materialengebruik zal er voor duurzame, CO2-neutrale en cradle-to cradle-varianten gekozen worden.

Bron: website Burgemeestersconvenant

Energie (SDG 7) Duurzame steden en gemeenschappen (SDG 11)

Onze partners van ISB vzw vroegen Dirk Holemans, coôrdinator van de denktank Oïkos en auteur van 'Vrijheid en zekerheid. Naar een sociaal-ecologische samenleving' , om hen te inspireren voor de opmaak van de tendensfiche "Sport in een duurzame gemeente".

 

Net zoals de bibliotheek is omgevormd van een plek waar je boeken kon ontlenen tot een veel bredere culturele ontmoetingsplek, zou
je ook in een sporthal andere functies kunnen aanbieden. Sowieso moeten we heel zuinig omspringen met open ruimte, wat ook wil zeggen dat we de bestaande gebouwen maximaal en multifunctioneel moeten inzetten.

Een laatste aandachtspunt is de klimaatopwarming. Daardoor gaan we hetere zomers krijgen. Dat resulteert, vooral in steden, tot het hitte-effect namelijk een stad die ’s nachts niet meer afkoelt. Daardoor hebben we meer nood aan ‘groen en blauw’ in de stad, parken en water dus. Als je die aanlegt, zijn dat meteen ook goede plekken voor zachte recreatie, zoals joggen. Op die manier bied je de recreatieve stedelijke sporter ook een aantrekkelijke sportomgeving vlak bij de deur. Die noodzakelijke stedelijke ingrepen zijn dus ook kansen om mensen in beweging te krijgen.

Lees meer van Dirk Holemans:
www.dewakkereburger.be > zoek op ‘vrijheid & zekerheid’
 

School-straten

Meer ruimte voor het kind

Duurzame steden en gemeenschappen komen maximaal tot stand als over zeer diverse beleidsdomeinen, met inzet van talloze stakeholders en met echte aandacht voor een bottom-up aanpak kan worden gewerkt. In het project School-straten kijkt Hoogstraten met een frisse, kindvriendelijke bril naar de omgeving van de acht basisscholen op het grondgebied. Hoe vrij kan een kind er stappen, fietsen of rennen? En is de verkeersinfrastructuur rond de schoolpoort eigenlijk wel tof genoeg voor het kind zelf? 

Het project wil meer en betere bewegingsvrijheid voor kinderen in de schoolomgeving. En in één beweging vermindert de CO2-uitstoot en fijn stof door het schoolverkeer te verminderen. Het project School-straten volgt voor elke basisschool in Hoogstraten hetzelfde traject:

  • Wat wil het kind zelf?

Doorheen het project staat het kind centraal: hoe beleven zij de mobiliteit rondom de schoolpoort? > link resultaten

  • Samen uitdagingen formuleren en oplossingen zoeken

​Met kinderen en volwassenen formuleert het project gezamenlijke uitdagingen per school. Elke school heeft immers haar specifieke mobiliteitssituatie. Met de hulp van experts zoeken we samen naar oplossingen.

  • Invoeren, testen en evalueren 

Eerst testen we kleine en grote maatregelen. De proefopstellingen kunnen diverse vormen aannemen: van sensibiliserende prikacties tot structurele ingrepen die gedurende maanden getest worden. Bekijk hier het filmpje van de testfase in Minderhout. 

  • Testopstelling geslaagd? Houden zo!

Eenmaal getest volgt de evaluatie. Speciale aandacht gaat naar het raadplegen van kinderen en volwassenen en het omvormen van de proeven tot permanente maatregelen.

Bron: website Hoogstraten > School-straten

Verantwoorde consumptie en productie (SDG 12)

  • SCHOTEN ECOSPORTIEF MET GEPERSONALISEERDE DRINKBUSSEN

Om het sporten meer ecosportief te kleuren, bedacht Johan Vijgen, sportfunctionaris in Schoten, een aantal initiatieven. Om PMD-berg in de sporthal en bij sportkampen te verminderen, werden er op strategische plaatsen watertappunten voorzien. Elke sportclub kon tijdens een sensibiliseringscampagne intekenen voor een gepersonaliseerde kwaliteitsdrinkbus. Vier clubs tekenden in voor 1.200 drinkbussen. Naast een fikse afvalbesparing betekent dit ook minder logistiek werk voor de clubs. Zo wordt ook heel wat geld uitgespaard. Tegelijkertijd worden de leden gestimuleerd de drinkbussen te hergebruiken om zo ecosportiever en bewuster om te gaan met water. Intussen loopt het aantal sporters met een drinkbus al op tot ruim 2000.

  • SINT-KATELIJNE-WAVER GEEFT VERENIGINGEN SUBSIDIES VOOR DE ORGANISATIE VAN DUURZAME KAMPEN EN EVENT 

Socio-culturele, jeugd- en sportverenigingen kunnen rekenen op een ondersteuning door het gemeentebestuur wanneer zij een duurzaam kamp of duurzaam evenement organiseren.

  • DE ECOSPORTIEVE SPORTCLUB

Een van de resultaten van het project Ecosportief - Sporten doe je spoorloos  was de publicatie De Ecosportieve Sportclub. Ook voor lokale sportdiensten bevat deze brochure waardevolle tips die we hier graag onder de aandacht brachten.

Partnerschap om doelstellingen te bereiken (SDG 17)

intergemeentelijke samenwerking

ISB vzw zet de mogelijkheden van intergemeentelijke samenwerking op vlak van het sportbeleid uiteen in de Tendensfiche Sport in de gemeente en haar regio. Hierin schetsen zij 5 vormen van 'Shared services' die we graag hier overnemen:

  • NETWERKCONCEPT: de organisaties blijven intact, maar op een aantal terreinen werken de ambtenaren gezamenlijk.
  • CENTRUMCONCEPT: de shared service wordt ondergebracht bij één van de gemeenten of organisaties. Besturen kiezen hiervoor: omdat één van de partners een erg kwalitatieve service in een bepaald domein heeft; omdat  de omvang van de werkzaamheden van een van de partners zo groot is dat het interessanter is de eigen dienst daarbij onder te brengen; omdat één van de partners de nodige middelen of technologie ter beschikking heeft; omdat één van de partners het best in staat wordt geacht die functie op zich te nemen
  • MATRIX- CONCEPT: elk van de deelnemende organisaties neemt een bepaald beleidsterrein voor haar rekening.
  • SHARED SERVICE CENTRUM: de diensten en ambtenaren van één of meerdere taakvelden worden ondergebracht in één gemeenschappelijke organisatie.
  • MENGVORMEN VAN BOVENSTAANDE MET LICHTE EN ZWAARDERE VORMEN VAN SAMENWERKING: aan werkgroepen om expertise te delen, de oprichting van een gezamenlijk interne arbeidsmarkt, projectdiensten in functie van bepaalde actuele noden.

Publiek-private samenwerking

Met de eerste projectoproep voor het Vlaams Sportinfrastructuurfonds gaf Vlaanderen een boost aan de toen vrij nieuwe formule van de publiek-private samenwerking (PPS).  De eerste oproep was vooral succesvol voor de aanleg van kunstgrasvelden. Voor complexere projecten bleek maatwerk noodzakelijk. De realisatie van multifunctionele sportinfrastructuren kwam hierdoor traag op gang en in een aantal gevallen werd de piste PPS zelfs opgeborgen. Enkele grote marktspelers specialiseerden zich verregaand in de realisatie van sportinfrastructuurrojecten waarbij in een aantal steden en gemeenten het project van ontwerp tot exploitatie langdurig werd toevertrouwd aan de marktpartner. We spreken in dit geval over een DBFMO project (Design, Build, Finance, Maintain & Operate). De financiering werd in een aantal gevallen niet door de private partner opgenomen. De bekendste zijn Farys (beheerder van 99 zwembaden en sportinfrastructuren voor 33 lokale overheden), Pellikaan, Sportoase ( 15 gemeentelijke zwembaden), S&R groep (10 zwembaden onder meer in Brugge, Gent en Kortrijk) en VITA (Cordeel Group) (actief in Temse en Mol).

Burgers en hun verenigingen

Met de Tendensfiche "Sport in een gemeente met betrokken burgers" schetst ISB vzw de opportuniteiten om burgers en hun verenigingen volop te betrekken bij het lokaal sportbeleid. 

Jeroen Van Laer, docent nieuwe media en politiek (Universiteit Antwerpen) en mandataris in de gemeente Edegem, vertelt uit zijn ervaringen: 

De resultaten van de experimenten die er nu al zijn rond co-creatie en burgerparticipatie zijn altijd positief. Je haalt betere resultaten, werkt efficiënter en hebt meer gedeelde verantwoordelijkheid. Dat zijn vast en zeker zaken die het nastreven waard zijn. Heel wat politici en
ambtenaren hebben nog koudwatervrees om burgers volop te betrekken. Een vergevorderde manier van burgerparticipatie is de burgerbegroting in het District Antwerpen. In elke fase van de beleidscyclus én met concreet engagement voor het budget krijgen burgers de mogelijkheid om mee te denken en mee te doen.

“Participatie is meer dan inspraak: het geeft ruimte aan engagementen in een organisatie of samenleving. Participatie is een
leerproces tussen deelnemers, waarmee betrokkenheid, vertrouwen en draagvlak voor beslissingen wordt verkregen. Het gaat hierbij om open
processen, waarin ruimte en tijd is voor het uitwisselen van meningen, bouwen aan gedeelde visies en acties (co-creatie), maar ook leren
omgaan met verschillen.”
Filip De Rynck, professor bestuurskunde, Universiteit Gent