Auteur:

Gepubliceerd op: 13-11-2019

De VVSG vraagt de federale regering om een langetermijnvisie op de opvang van asielzoekers. Die moet voldoende bufferplaatsen omvatten om goed te kunnen inspelen op de onvermijdelijke schommelingen in het aantal asielzoekers en een subsidie die alle kosten dekt.

Gemeenten en OCMW’s zijn een trouwe opvangpartner. Ze hebben altijd loyaal meegewerkt aan de opvang van asielzoekers in kleinschalige lokale opvanginitiatieven (LOI), maar nu zijn ze het beu om de speelbal te zijn van de federale overheid. Dat asielzoekers menswaardig moeten worden opgevangen, staat buiten kijf. De VVSG verwijt de federale overheid een jojobeleid te voeren: nu eens vraagt ze gemeenten en OCMW's extra plaatsen te creëren, dan weer vraagt ze die te sluiten; waarna even later opnieuw de vraag komt om plaatsen te zoeken. Het zoeken van nieuwe woningen en de inrichting ervan kost de lokale besturen telkens heel veel inspanningen en energie, ze moeten zich hiervoor op de private huurmarkt begeven. Telkens opnieuw moet personeel gevonden en ingewerkt worden.

De instroom van asielzoekers schommelt weliswaar, maar toch zijn betere inschattingen en een betere aanpak op alle fronten mogelijk. Cruciaal is dat de behandelingstermijn van asieldossiers zo kort mogelijk is en dat de streeftermijn van maximaal zes maanden gehaald wordt. Ook moeten er voldoende bufferplaatsen in de opvang zijn. Bij de vorige asielcrisis in 2015 klom het aantal LOI-plaatsen in ons land naar ongeveer 10.000. Vandaag zijn het er nog ongeveer 6.300, goed voor een kwart van alle opvangplaatsen. Fedasil zegt in de krant (DS, 13 november ’19) dat de OCMW’s vandaag amper reageren op de vraag om bijkomende opvangplaatsen voor asielzoekers in de LOI te openen. Dit jaar kwamen er nochtans al meer dan 450 nieuwe LOI-plaatsen bij.

Uit een recente bevraging van de VVSG bij haar leden blijkt dat 61% zegt niet langer bereid te zijn nieuwe plaatsen te zoeken mocht de federale overheid hierom vragen. Het federale jojo-beleid is daarvan de belangrijkste oorzaak. 

Nathalie Debast