sluiting-woonzorgcentrum.jpg
Provider image

Als een woonzorgcentrum, of bij uitbreiding een voorziening voor personen met een zorgbehoefte, in de gemeente sluit, heeft dit een grote impact op het lokaal bestuur en de omliggende steden/gemeenten. Op deze pagina bespreken we kort het proces van erkenning tot sluiting, de processen bij een sluiting en enkele veel gestelde vragen.

Van erkenning tot sluiting

Bij de aanpak van onveilige situaties in woonzorgvoorzieningen, krijgen lokale besturen een belangrijke rol toebedeeld door het Procedurebesluit, de Nieuwe Gemeentewet, het Decreet Lokaal Bestuur en het Woonzorgdecreet.

Als de woonzorgvoorziening georganiseerd wordt zonder erkenning van het Departement Zorg (woonzorgdecreet art. 66), of als de erkenning wordt opgeheven bijvoorbeeld omdat de erkenningsvoorwaarden niet worden nageleefd, geeft het Departement Zorg een sluitingsbevel aan de woonzorgvoorziening. De regelgeving voorziet een trapsgewijze aanpak in het handhavingsproces, om woonzorgvoorzieningen de kans te bieden om tekorten weg te werken vooraleer er ingrijpende maatregelen worden getroffen. Dit wil zeggen dat het Departement Zorg pas in laatste instantie overgaat tot het schorsen of intrekken van de erkenning, met de sluiting van de woonzorgvoorziening tot gevolg. Schematisch ziet het eruit als volgt:

Het Departement Zorg informeert het lokaal bestuur van zorgvoorzieningen op haar grondgebied die een aanmaning, voornemen of beslissing tot sluiting ontvangen. Bij een verplichte sluiting wordt er, meestal binnen een week, een overleg georganiseerd tussen het Departement Zorg en het lokale bestuur. Tijdens dit overleg wordt ook de beheersinstantie van de te sluiten woonzorgvoorziening uitgenodigd. Deze wordt gevraagd om informatie te verstrekken over hoe de bewoners en het personeel reeds op de hoogte zijn gesteld, welke ondersteuning de zorgvoorziening zal bieden aan degenen die verhuizen, enzovoort. Tijdens dit en volgende overleggen wordt de verhuis met al haar deelfacetten opgevolgd door het Departement Zorg, Zorginspectie en het lokaal bestuur.

Het is aan de burgemeester om na te gaan of het sluitingsbevel wordt nageleefd en het Departement Zorg vervolgens te informeren over zijn/haar vaststellingen. Als blijkt dat de woonzorgvoorziening niet spontaan is overgegaan tot sluiting, voert de burgemeester de sluitingsbeslissing uit met een besluit van de burgemeester. De manier waarop de burgemeester een zorgvoorziening effectief sluit, hangt af van de situatie, de reden van de verplichte sluiting, enzovoort.

Processen bij sluiting

Vanuit het Departement Zorg zijn er twee belangrijke processen bij een sluiting van een woonzorgvoorziening. Enerzijds dienen bewoners, hun vertegenwoordigers, familie en hun naasten geïnformeerd en opgevangen te worden. Anderzijds dienen er alternatieven gezocht én gevonden te worden voor de bewoners.

Communicatie van de beslissing

Als lokaal bestuur word je zowel schriftelijk als mondeling op de hoogte gebracht van de beslissing tot sluiting van een woonzorgvoorziening op jouw grondgebied. Daarbij zal steeds contact worden opgenomen met zowel de politieke (burgemeester en schepen) als ambtelijke aanspreekpersoon (algemeen directeur en/of verantwoordelijke zorgvoorzieningen). Het Departement Zorg streeft ernaar dat dit nagenoeg gelijktijdig met het informeren van de woonzorgvoorziening gebeurt. De bewoners zelf zijn op dat moment nog niet op de hoogte. Deze informatie is dus nog vertrouwelijk. De verwittiging is bedoeld om jou als lokaal bestuur te kunnen voorbereiden op jouw opdracht. 

Kort hierna organiseert het Departement Zorg een overleg met het lokaal bestuur en de beheersinstantie van de betreffende voorziening. Tijdens dit overleg zal onder andere worden gecontroleerd of de beheersinstantie de bewoners en hun vertegenwoordigers tijdig op de hoogte heeft gesteld van de sluitingsbeslissing. Dit dient namelijk te gebeuren binnen vijf werkdagen, gerekend vanaf de datum van ontvangst van de beslissing tot intrekking van de erkenning. Tijdens dat overleg wordt ook afgesproken of nog verdere communicatie naar de bewoners en hun familie/naasten nodig is, en zo ja wie dit opneemt en op welke manier (schriftelijk en/of mondeling bijvoorbeeld via een toelichtingsmoment) dit gebeurt.

 

Zoektocht naar alternatieven

Naast de vele vragen die bewoners en hun naasten hebben naar aanleiding van de beslissing, zullen sommige bewoners ook nood hebben aan een alternatieve opvang waar de nodige zorgen voorzien worden. Het Departement Zorg, zal samen met Zorginspectie, de beheersinstantie van de sluitende voorziening en het lokaal bestuur bekijken wie welke taken uitvoert. 

  • In kaart brengen van wat de vraag en het profiel is van de bewoners die zelf geen geschikte oplossing vinden en nood hebben aan een opvangplaats of woongelegenheid: Welke dagprijs? Binnen welke afstand?
  • De zorgraad van de eerstelijnszone (eventueel ook die van de aangrenzende gemeenten) informeren en samen een aanpak afstemmen.
  • In overleg gaan met de zorgvoorzieningen uit de buurt. Bekijken of er nog ruimte is binnen de erkende opvangcapaciteit, en of er eventueel ruimte is buiten de erkende capaciteit. 
  • Met de minister mogelijkheden bespreken of de huidige opvangcapaciteit van bepaalde voorzieningen kan uitgebreid worden. 
  • Zorgvoorzieningen informeren dat ze pas bewoners mogen opvangen boven hun erkende capaciteit als ze hiervoor de formele toestemming vanuit het Departement Zorg gekregen hebben.
  • De situatie op de voet opvolgen en nauw contact houden met zowel de gedupeerde bewoners die een vraag hebben, als met de sluitende zorgvoorziening. 
  • Vanuit alle instanties (lokaal bestuur, Departement Zorg, sluitende woonzorgvoorziening) zorgen voor een aanspreekpersoon en elkaar op de hoogte houden van ontwikkelingen in het dossier.

Veelgestelde vragen

Waarom kan het Departement Zorg zelf de sluiting van een zorgvoorziening niet afdwingen?  
De bevoegdheid en taak om een sluiting af te dwingen wordt door het Woonzorgdecreet aan de burgemeester gegeven.

Moet de burgemeester eventuele keuzes die hij/zij maakt om sluiting af te dwingen voorleggen aan de gemeenteraad?  
Wanneer de burgemeester een beslissing van het Departement Zorg tot sluiting uitvoert, dan moet hij of zij dat niet voorleggen aan de gemeenteraad. Het uitvoeren van wetten en decreten (art. 63 decreet lokaal bestuur) is de bevoegdheid van de burgemeester, niet van de gemeenteraad. Raadsleden mogen uiteraard wel vragen hoe de burgemeester zijn of haar bevoegdheden heeft uitgeoefend. Het is dan aan de burgemeester om hen hierover te informeren. 

 

Waar vind ik meer informatie over een mogelijke sluiting?

Op de website van het Departement Zorg Vlaanderen vind je een overzicht van de voorzieningen onder verhoogd toezicht. Bij vragen is de Woonzorglijn een eerste aanspreekpunt, zowel voor burgers als voor de burgemeester en medewerkers van het lokaal bestuur. De woonzorglijn is elke werkdag tussen 9 en 12 uur telefonisch bereikbaar op het nummer 02/553 75 00 of via het contactformulier op hun website.

Een uitgebreide toelichting en de relevante regelgeving vind je in deze nota.