kris snijkers.jpg
Provider image

Aan het begin van deze lokale bestuursperiode voltrok zich een van de belangrijkste structurele hervormingen sinds de regionalisering van de organieke bevoegdheid inzake lokale besturen: de integratie van gemeente en OCMW in het lokale bestuur. Het decreet over het Lokaal Bestuur gaf daarmee een structurele verankering aan een beweging die in Vlaanderen al enige tijd bezig was. Veel besturen waren immers al langer op zoek naar manieren om het beleid en de diensten van de gemeente en het OCMW beter op elkaar af te stemmen.

Op beleidsmatig vlak maakte het Gemeentedecreet van 2005 het al mogelijk om de OCMW-voorzitter toe te voegen aan het college van burgemeester en schepenen. Na de verkiezingen van 2012 werd dat verplicht. Op ambtelijk vlak werden in 2012 de mogelijkheden uitgebreid om gemeente en OCMW door één gemeentesecretaris of financieel beheerder te laten aansturen en de managementteams gezamenlijk te laten vergaderen. Het decreet over het Lokaal Bestuur van 2017 verliet deze stapsgewijze aanpassing – die in de praktijk op zijn limieten botste – en besliste tot een volledige organieke integratie van beide besturen. Vanaf 1 januari 2019 is er in de feiten nog één uitvoerend orgaan, één raad, één leidend ambtenaar, één managementteam, één organigram en één plannings- en rapporteringscyclus.

De doelstelling van deze hervorming was meervoudig: het geïntegreerd lokaal sociaal beleid versterken, de efficiëntie verhogen en de drempels van de sociale dienstverlening verlagen. In welke mate zijn deze doelstellingen bereikt? Op die vraag formuleert het Steunpunt Bestuurlijke Vernieuwing in een evaluatieonderzoek een antwoord. In dit nummer van Lokaal licht postdoctoraal onderzoeker Chesney Callens de grote lijnen toe. Heel kort samengevat is de evaluatie genuanceerd positief. Over een aantal belangrijke doelstellingen is er duidelijk een positief verdict. De onderzoekers zien uiteraard wel verschillen op het terrein, afhankelijk van de concrete situatie en de manier waarop het veranderingsmanagement is aangepakt.

Toch is het werk allesbehalve af. In de volgende lokale bestuursperiode zal er extra aandacht moeten gaan naar een echt geïntegreerde benadering van lokaal sociaal beleid, zowel in de raad als in het college/vast bureau. Ook het managementteam is op dit vlak overigens een onmisbare schakel.

We pleiten er uitdrukkelijk voor om op federaal niveau de wetgeving te wijzigen om ook een juridische integratie mogelijk te maken, met behoud van de wettelijke en decretale opdrachten die aan de OCMW’s worden opgelegd.

Er is nog één specifieke belemmering om de integratie tussen gemeente en OCMW volledig vorm te geven: het feit dat gemeente en OCMW nog steeds twee aparte rechtspersonen moeten zijn. Dit is te wijten aan artikel 2 van de OCMW-wet van 1976. Dit artikel is nog steeds van kracht en is – in tegenstelling tot de organieke bevoegdheid die al meer dan twintig jaar geregionaliseerd is – nog steeds een federale bevoegdheid. In ons VVSG-memorandum sommen we de praktische moeilijkheden op waartoe deze situatie aanleiding geeft. We pleiten er uitdrukkelijk voor om op federaal niveau de wetgeving te wijzigen om ook een juridische integratie mogelijk te maken, met behoud van de wettelijke en decretale opdrachten die aan de OCMW’s worden opgelegd. —

 

Kris Snijkers is algemeen directeur van de VVSG | Beeld Stefan Dewickere
Voor Lokaal 03 | 2024