lokaal_05_digitaalinclusiebeleid_1.jpg
Provider image

De voorbije jaren hebben veel lokale besturen beleid voor digitale inclusie opgezet. Wij waren benieuwd hoe kleinere lokale besturen dat doen en welke de speerpunten van hun digitale-inclusiebeleid zijn. We staken ons licht op bij Kim Ooms, coördinator Digibank Noorderkempen, en bij Anke Cielen en Cassie Collings, respectievelijk medewerker Bibliotheek De Kimpel en coördinator Senioren en Gezondheid in Bilzen.

De lokale besturen van Arendonk, Baarle-Hertog, Merksplas, Hoogstraten, Ravels en Rijkevorsel kiezen sinds 2014 voor de weg van intergemeentelijke samenwerking. Ze doen dat binnen de structuur van de Interlokale Vereniging (ILV) Noorderkempen. Sinds 2021 valt ook het thema digitale inclusie onder deze samenwerking. Daardoor is de ILV Noorderkempen beheerder van bovenlokale projecten als Iedereen Digitaal en Digibanken.


In Bilzen is het huidige digitale-inclusieproject de volwaardige opvolger van het project SenCo (Seniorencomputerhulp). Initiatiefnemer is de stuurgroep Digitale Inclusie, in maart 2023 opgericht door het sociaal huis, het lokaal dienstencentrum en de bibliotheek. In 2025 fusioneren Bilzen en Hoeselt tot één gemeente. Dankzij de subsidies van e-inclusion for Belgium werken beide gemeenten nu al samen binnen het nieuwe project ‘Allemaal Digitaal’.


Vliegende start

De eerste stap naar een actieplan voor digitale inclusie was een omgevingsanalyse, een belangrijk onderdeel van de zeven bouwstenen van de beleidstool Digitale inclusie voor lokale besturen. Zo’n omgevingsanalyse is een doorgedreven onderzoek om de juiste doelgroepen te identificeren en in het geval van ILV Noorderkempen ook de noden van elke afzonderlijke gemeente te ontrafelen. Zo krijg je alle elementen in handen om een actieplan op maat van elke gemeente te schrijven, terwijl je toch rekening houdt met de grotere uitdagingen voor de hele regio. Deze analytische benadering werd sterk geapprecieerd door de beleidsverantwoordelijken, vertelt Kim Ooms: ‘En als je op een kredietwaardige basis kunt starten, zet je gemakkelijker concrete stappen.’


Ook Anke Cielen zette de tool “Beleidstool digitale inclusie voor lokale besturen” in. ‘Voor mij werkten de zeven bouwstenen als echte handvatten om het project body te geven,’ vertelt ze. ‘De beleidstool en de digitale-inclusiematrix van de VVSG en Mediawijs zijn handige instrumenten.’


Een goede omgevingsanalyse dus, om tot een sterk actieplan te komen. Maar uiteindelijk staat of valt alles met de medewerkers, merkt Anke Cielen op. ‘Onze medewerkers in contactfuncties zijn doorslaggevend om onze visie te realiseren. In Bilzen streven we naar een inclusieve digitale wereld voor iedereen die er deel van wil uitmaken. Medewerkers moeten altijd klaar staan om de burger te helpen en zijn tegelijkertijd volledig op de hoogte van het digitale-inclusieaanbod. Hierdoor zijn ze in staat om door te verwijzen naar de juiste ondersteuning of opleidingen. We geloven in het belang van goede interne communicatie en relevante opleidingen voor onze medewerkers in contactfuncties en voor de vrijwilligers die bij het Digipunt betrokken zijn.’


Anke Cielen: 'We geloven in het belang van goede interne communicatie en relevante opleidingen voor onze medewerkers in contactfuncties en voor de vrijwilligers die bij het Digipunt betrokken zijn.’

Een plan voor iedereen

In de Noorderkempen richt het actieplan zich op alleenstaanden, mensen met een laag inkomen en vrouwen, maar ook de eigen medewerkers van de zes gemeenten vormen een niet te missen doelgroep. De digitale versnellingsgolf heeft immers niet alleen invloed op de inwoners, ook de medewerkers en vrijwilligers moeten in sneltreinvaart digitaliseren. De uitdaging is tweeërlei: ze moeten niet alleen zélf hun kennis en vaardigheden up-to-date krijgen maar ook nog eens ondersteuning bieden aan inwoners. Niet elke medewerker en vrijwilliger kan zich even vlot aanpassen aan deze steeds veranderende digitale wereld. Daarom kwam er dit jaar een behoeftenonderzoek onder de medewerkers in combinatie met een nulmeting. Dat moet een gezamenlijk plan opleveren waarin alle belanghebbenden binnen een lokaal bestuur zich kunnen terugvinden. En dat is niet altijd eenvoudig, ervoer Kim Ooms: ‘Voor mij was de uitdaging vooral om mijn weg te vinden binnen de lokale besturen. Ik ben ICT’er van opleiding en ben in die hoedanigheid aan mijn professionele carrière begonnen. In februari 2023 kon ik aan de slag om dit ambitieuze project in goede banen te leiden. Het was de eerste keer dat ik zo’n actieplan in samenwerking met de stakeholders schreef. Binnen een ILV wil elke gemeente haar eigen accenten behouden en koesteren, zelfs al kan dit botsen met een vooropgesteld hoger belang. Daarom is het aan te raden dezelfde procedures in alle zes de gemeenten toe te passen. Dit maakt het helder voor alle inwoners. Door erover te praten en mogelijke gevolgen te laten zien masseer je de terughoudendheid voor een groot stuk weg.’


Cassie Collings wijst op het belang van een weloverwogen samenstelling van de stuurgroep, waar ieder lid vanuit de eigen expertise kan bijdragen. Het lokaal dienstencentrum heeft veel ervaring in de samenwerking met vrijwilligers en het uitwerken van een opleidingsprogramma, de bibliotheek legt de nadruk op interne en externe communicatie en het sociale huis brengt expertise in met betrekking tot kansengroepen en het indienen van projectaanvragen. ‘Het is ook bijzonder handig dat iemand als Pieter Nelissen als schepen voor onder andere Sociaal Beleid, Volksgezondheid, Kind en Gezin, Buurtopbouwwerk en Gelijke Kansen, ook deel uitmaakt van de stuurgroep,’ zegt ze nog. ‘Hij is de onmisbare schakel met de beleidsmakers binnen Bilzen.’ Op termijn hopen ze dit digitale-inclusiebeleid structureel vast te ankeren in het beleid van Bilzen-Hoeselt.


Kim Ooms: 'Een mobiel digipunt waar verenigingen samenkomen, is een heel doeltreffende manier om mensen te bereiken, en omgekeerd kun je er waardevolle input verzamelen voor je actieplan of achteraf voor de digitale ontwikkelaars.’

De praktische kant

Als alle lijnen uitgezet zijn, moet het hele project ook nog goedgekeurd worden. In het geval van Bilzen ging dat zonder veel poespas. ‘Het voordeel van een middelgrote gemeente als Bilzen is dat het één lokaal bestuur betreft, wat de besluitlijnen een stuk korter maakt,’ licht Anke Cielen toe. ‘Vanuit de stuurgroep werd bijvoorbeeld de subsidieaanvraag, met het stappenplan voor het project, voorgelegd aan het college van burgemeester en schepenen.’


‘Bij mij ligt het iets complexer,’ merkt Kim Ooms op. ‘Ik heb geleerd rekening te houden met de cyclus van momenten wanneer de stuurgroep bijeenkomt, vervolgens het beheerscomité en uiteindelijk het college van burgemeester en schepenen van elk van de zes gemeenten in de Interlokale Vereniging Noorderkempen.’


Mensen bereiken

Het plan ligt klaar. Nu moet het nog doordringen bij de doelgroep. Over het algemeen zijn we sterk geneigd om via digitale kanalen zoals een website of sociale media te communiceren. Dat heeft natuurlijk geen zin, als je mensen met een digitale achterstand op weg wilt helpen. Het gemeentelijk infoblad is dan nog altijd een beproefd kanaal dat bijvoorbeeld in de Noorderkempen een leesbereik van 80% kent. Flyers en posters zijn bijkomende hulpmiddelen om het aanbod goed onder de aandacht te brengen. Maar daar blijft het niet toe beperkt, weet Kim Ooms: ‘Misschien nog belangrijker is dat we zelf naar onze doelgroepen toe gaan. Een mobiel digipunt waar verenigingen samenkomen, is een heel doeltreffende manier om mensen te bereiken, en omgekeerd kun je er waardevolle input verzamelen voor je actieplan of achteraf voor de digitale ontwikkelaars. Als ik word uitgenodigd door een hogeschool om een sessie over digitale inclusie te brengen, dragen situatieschetsen sterk bij tot de bewustwording over digitale achterstand. Ik vertel hoe webontwikkelaars beter rekening kunnen houden met de digitale toegankelijkheid van een app of een webplatform. Maar ik wijs ook op zeer eenvoudige dingen zoals controleren of weblinks goed werken. Voor mensen met een digitale achterstand betekent een “broken link” een serieus struikelblok.’


Cassie Collings: ‘Een weloverwogen samenstelling van de stuurgroep, waar ieder lid vanuit de eigen expertise kan bijdragen, is van groot belang.’

In Bilzen beschouwen ze de infofolder als het ultieme doorverwijsmiddel. Medewerkers in verschillende contactfuncties zijn het best geplaatst om meteen informatie te verstrekken over de Digipunten en kunnen zo’n folder als geheugensteuntje meegeven. Zo’n contactpersoon hoeft niet eens zelf een grote digitale expert te zijn, merkt Anke Cielen op: ‘Ik ondersteun het digitale-inclusieproject vanuit de bibliotheek. Ik zou mezelf geen digitaal expert willen noemen, maar ik kan wel mensen voorthelpen met digitale vragen. Voor mij persoonlijk is het eerder noodzakelijk dat je over een dosis inlevingsvermogen beschikt.’


Kim Ooms heeft wel een IT-achtergrond en neemt dus ook de praktische zaken voor haar rekening. Handig, en goedkoper dan een externe firma aanspreken. ‘Mijn digitale kennis helpt ook bij het opleiden en begeleiden van onze vrijwilligers,’ zegt ze. ‘Ze merken meteen dat ze ondersteund worden door iemand met kennis van zaken.’ Noodzakelijk is die vakkennis dus niet, maar ze schept wel extra mogelijkheden. Wel vindt Kim Ooms het absoluut aan te raden een volwaardige digitale-inclusieverantwoordelijke aan te stellen. Die kan alles coördineren en ook ondersteuning voor de eigen medewerkers garanderen, zodat ze zich comfortabel genoeg voelen om de vragen over digitale dienstverlening vlot te kunnen beantwoorden.


Cassie Collings en Anke Cielen geven tot besluit de raad een opleiding over digitale inclusie te volgen, zoals de opleiding digitale-inclusiecoach: je leert er misschien dingen bij, maar je kunt er vooral je eigen project aftoetsen met collega’s van andere gemeenten. Je merkt bijvoorbeeld of je plan steek houdt en logisch is opgebouwd. Het geeft je vertrouwen dat je met de juiste dingen bezig bent en je bouwt een nieuw netwerk op.


Een woordje over de financiering

In Bilzen dienden ze in mei 2023 voor het eerst een project in naar aanleiding van een projectoproep betreffende digitale inclusie, nl. ‘e-inclusion for Belgium – OCMW 2023’. Met dit project willen ze hun aanbod digitale inclusie decentraliseren door het te spreiden over beide bibliotheken, lokale dienstencentra, dorpsrestaurants, buurthuizen en het inloophuis De Compagnie. Het project Allemaal Digitaal loopt twee jaar en per projectjaar is er 120.000 euro subsidie beschikbaar.

Binnen de ILV Noorderkempen zijn er twee trajecten die subsidies genieten. Binnen het Vlaamse gelijkekansenbeleid is er Iedereen Digitaal, het actieplan voor e-inclusie op lokaal niveau. Het doel daarvan is dat elk lokaal bestuur tegen 2024 een lokale digitale-inclusiewerking heeft met aandacht voor onder meer de aspecten: toegang, vaardigheden en ondersteuning op maat. Het project ‘Iedereen digitaal’ van de ILV werd hiervoor geselecteerd en kreeg een subsidie toegekend van maximaal 167.863 euro voor de periode van 1 januari 2022 tot en met 31 december 2024. Ook het ILV-project Digibanken werd door de Vlaamse overheid geselecteerd voor subsidiëring, eerst voor het voortraject (15.000 euro) en vervolgens ook voor de implementatiefase (499.999 euro).

VVSG-ondersteuning: omgevingsanalyse en opleidingen

De VVSG lanceerde voor haar leden een gloednieuwe tool voor de opmaak van een omgevingsanalyse, met daarbij ook aandacht voor digitale inclusie.

  • Een diepgaand overzicht van maatschappelijke trends die impact hebben op lokaal beleid.
  • Hoe maak je een omgevingsanalyse? Tips en methodieken zorgen voor een goede start.
  • 27 beleidsdomeinen onder de loep: gedetailleerde fiches met richtvragen, trends en een overzicht van de betrokken actoren. Check zeker de fiche over digitale inclusie.

Schrijf je in voor onze opleidingen via vvsg.be/opleidingen-digitale-inclusie:

  • Regie en organisatienetwerken voor medewerkers digitale inclusie
  • Digironde met plaatsbezoeken

Tom Sweetlove is VVSG-projectmedewerker diversiteit & digitale inclusie | Beeld Layla Aerts
Voor Lokaal 05 | 2024