verlofdagenpubliek

Auteur:

Gepubliceerd op: 07-07-2023

Met de regelmaat van de klok verschijnen er in de media verhalen over het vermeend hoog aantal vakantiedagen (en ander verlof) die in de lokale publieke sector zouden toegekend worden. Hoe zit dit nu in elkaar? We zetten één en ander op een rijtje.

We maken een vergelijkende analyse van de toepasselijke regelgeving voor de lokale publieke zorgsector, in vergelijking met de geldende regelgeving binnen de private Paritaire Comités (PC) voor vergelijkbare diensten. Het gaat respectievelijk over de woonzorgcentra (PC 330.01.20), de gezinszorg (PC 318.02) en de kinderopvang (PC 331).

In de publieke woonzorgcentra hebben medewerkers globaal genomen 3 dagen meer verlof dan in de private social profitsector. Uitgezonderd wie werkzaam is in een niet-zorgfunctie in de publieke ouderenzorg heeft vanaf 50 jaar 2 dagen minder verlof dan in de private sector, vanaf 52 jaar 12 dagen minder en vanaf 55 jaar 22 dagen minder.

In de publieke gezinszorg en de kinderopvang heeft een personeelslid jonger dan 35 jaar 5 verlofdagen extra, van 35 jaar tot 45 jaar evenveel, vanaf 45 jaar 7 verlofdagen minder, vanaf 50 jaar 19 verlofdagen minder en vanaf 55 jaar 31 verlofdagen minder dan in een private dienst voor gezinszorg of kinderopvang.

Bron: DE LANGE, M. (2020) Samenhang tussen de concurrentiepositie op het vlak van personeel en de rechtsvorm van de voorziening van het lokale bestuur in Vlaanderen, 2020, thesis bij het behalen van de master in publiek management aan de AMS, p. 90. en p. 96.

 

 

Marijke De Lange