Auteur:

Gepubliceerd op: 22-02-2024

Het nieuwe decreet houdende de bevordering van de integriteitsbeoordeling door het openbaar bestuur helpt lokale overheden in Vlaanderen om de strijd tegen criminele activiteiten te versterken door de informatie-uitwisseling tussen verschillende bestuursniveaus mogelijk te maken.

Het maakt het mogelijk voor lokale besturen om bepaalde rechten, zoals vergunningen, concessies of subsidies die worden verleend volgens Vlaamse regels, te weigeren, op te schorten, in te trekken of onder bijzondere voorwaarden te verlenen. Dit kan slechts gebeuren als er sterke aanwijzingen zijn wanneer de verkrijger dat recht gebruikt, zal gebruiken of laat gebruiken om direct of indirect deel te nemen aan strafbare feiten.

De lokale besturen krijgen de mogelijkheid via het decreet om zelf een integriteitsonderzoek te voeren of om de uitvoering van zo’n onderzoek aan te vragen bij de Directie Integriteitsbeoordeling voor Openbare Besturen, zoals opgericht door de wet. De lokale besturen kunnen dit vragen wanneer ze zelf over onvoldoende informatie beschikken. Hier hanteert men wel het subsidiariteitsprincipe, dat betekent dat ze eerst op lokaal niveau proberen op te lossen wat kan voordat ze centrale instanties inschakelen. Er is geen sprake van een verplicht advies vooraleer te kunnen optreden.

Hiermee wil de decreetgever voorkomen dat de lokale overheden ondermijnende criminele activiteiten faciliteren. Voorbeelden zijn het investeren in vastgoed en horeca om criminele gelden wit te wassen en het huren of bouwen van bedrijfspanden of woningen voor hun criminele activiteiten. Het zijn de lokale besturen die hiervoor de erkenningen, vergunningen en subsidies verlenen.

 

Nu aan de slag, of toch (nog) niet?

De wet over de gemeentelijke bestuurlijke handhaving (wet DIOB) trad in werking op 17 februari 2024. Het decreet werd gepubliceerd op 14 februari. De Vlaamse Regering bepaalt nog de datum van inwerkingtreding.

Het is voor beiden wel nog wachten op de nodige uitvoeringsbesluiten. Dit heeft tot gevolg dat er voor de lokale besturen nu wel een wettelijke omkadering is voorzien om een gemeentelijk integriteitsonderzoek te voeren in het kader van hun vergunningenbeleid maar ze kunnen eigenlijk nog niet aan de slag met de nieuwe regelgeving. De VVSG hoopt dat de centrale overheden hier snel werk van maken want de handhaving mag niet stilvallen.

De VVSG blijft eveneens bezorgd over de afstemming tussen het federale en het Vlaamse initiatief. Sowieso zullen beide niveaus moeten samenwerken om het voor de lokale besturen mogelijk te maken de strijd tegen de ondermijnende criminaliteit aan te gaan met de meest efficiënte instrumenten, informatie en ondersteuning.

Bjorn Cools