Gepubliceerd op: 14-03-2024

Enkel een gezamenlijke aanpak zorgt ervoor dat mensen niet langer bouwen in overstromingsgevoelig gebied. De verschillende overheidsniveaus zetten best samen in op het vermijden van bijkomende bebouwing in waterrijke gebieden, op investeren in extra ruimte voor water en op het verlagen van de kans op wateroverlast en betere voorspellingssystemen. Wie gemeenten verwijt dat ze ondoordacht vergunningen toekennen, miskent de complexe realiteit. De uitlating van minister Demir om gemeenten die bevoegdheid af te nemen, is ondoordacht en zeker niet de oplossing, zegt de VVSG.

 

Cijfers bewijzen: watertoets wordt goed toegepast door gemeenten

Vooraleer het college over een vergunning beslist, gebeurt er een watertoets. Daarmee schat de overheid in welke impact de aanvraag heeft op het watersysteem. Het resultaat van de watertoets staat in de vergunning.  Gemeenten hebben heel wat ervaring in het verlenen van vergunningen. Dat blijkt uit een Vlaamse audit die stelt dat het vergunningsproces consequent gebeurt. Vlaanderen screent vergunningsbeslissingen en gaat in beroep wanneer ze door de vergunningsbeslissing een probleem ziet voor de waterhuishouding. In 2022 en 2023 ging het departement Omgeving maar in 0,15% van alle vergunningsaanvragen in beroep. De aankondiging van minister Demir om lokale vergunningsbevoegdheid af te nemen houdt dan ook geen steek.

Alle instanties kunnen verder professionaliseren door meer adviezen op maat en een nog beter gebruik van de watertoets.

 

Herbestemmen, vergoeden of onteigenen

De Vlaamse overheid legt een bouwverbod op voor de meest waterzieke gronden. Het gaat om de zogenaamde Watergevoelige openruimtegebieden of WORG’s, goed voor ongeveer 1600 hectare.  Ze hoest daar zelf de planschade voor op. Dat is een goede zaak, de nieuwe planschaderegeling is voor gemeenten immers onbetaalbaar. De vraag is nu of er zich op basis van de laatste overstromingskaarten en- daarbijhorende risico’s (van kracht sinds 2023) nieuwe WORG’s aandienen? De VVSG is alleszins vragende partij om dit samen met de Vlaamse overheid en in nauw overleg met de gemeenten in kwestie te bekijken.  

En wat als mensen toch willen bouwen in overstromingsgevoelig gebied? Mensen hebben vaak (veel) geld betaald voor hun bouwgrond en dromen van hun eigen woning. Het is ook niet voorspelbaar hoe vaak het zal overstromen en wat de impact daarvan zal zijn. Als een omgevingsvergunning dan toch wordt geweigerd omwille van een negatieve watertoets, is dit voor de aanvragers een grote teleurstelling. Er is dan géén recht op planschade, het stuk grond blijft immers bouwgrond. Zonder herbestemming, is er geen vergoeding als het stuk grond zo waterziek is dat het onder geen beding bebouwbaar is. Hiervoor bestaat geen specifieke regeling. Pas wanneer er een herbestemming van het perceel komt, bijvoorbeeld van bouwgrond naar natuurgebied, heeft de eigenaar recht op een planschadevergoeding. Die is, zoals gezegd, vaak onbetaalbaar voor de gemeenten.  

Bij bestaande bebouwing willen gemeenten de gebouwen in eerste instantie vrijwaren.  Dat kan men trachten te doen door ruimte te voorzien voor de rivier op plaatsen waar er nog niet gebouwd is. Als dat niet lukt, zijn onteigening en afbraak mogelijk. De bewoner krijgt dan een onteigeningsvergoeding.

Het kan nog complexer. Het is immers niet zo dat een watergevoelig perceel altijd volledig onbebouwbaar is. Er zijn plaatsen waar bouwen inderdaad niet verantwoord is, maar op andere plaatsen is een afweging nodig: gaat het om geïsoleerde bebouwing of om percelen in centra en kernen? Mits extra maatregelen kan bebouwing soms wel, bijvoorbeeld het bouwen op palen. In deze omzendbrief beschrijft de Vlaamse overheid hoe hier best mee om te gaan. In situaties met bestaande bebouwing of waar het overstromingsrisico recent wijzigde, ervaren gemeenten verstrengde adviezen soms als onrealistisch. Verdere afstemming is daar nodig en zinvol.     

 

Preventie, protectie, paraatheid (de 3P’s)

Een structurele aanpak vergt maatregelen op verschillende fronten. Erosie vermijden naar de waterlopen vergt extra inzet op erosiebestrijdingsmaatregelen en meer samenwerking met en van de landbouw. Vlaanderen rolt samen met de waterbeheerders en de lokale overheden reeds geïntegreerde en duurzame initiatieven uit zoals het , Ruimte voor de Maas en Ruimte voor Water (Dender).. Daarbovenop is beleid nodig om meer van zulke initiatieven uit te rollen  en om knelpunten die blijven hangen (zoals de sluizen op de Dender) sneller op te lossen.  

Steden en gemeenten zetten ook sterk in op groenblauwe dooradering en ontharding. Daarmee creëren ze ruimte voor water en natuur en pakken ze droogte, wateroverlast en hitte aan. We zien dat in verschillende mooie herinrichtingen van publieke ruimte. Veel visies, opportuniteiten en maatregelen zijn ook terug te vinden in gemeentelijke klimaatadaptatieplannen en gemeentelijke hemelwater en droogteplannen. De Klimaatdag van VVSG brengt inspirerende voorbeelden hoe gemeenten klimaatrobuustheid en verbeterde leefomstandigheden combineren.  
 

Nathalie Debast - Woordvoerder VVSG (0497 31 80 77)