foto 2 artikel Menen.jpg
Provider image

De stad Menen gebruikte het najaar van 2021 om BOA tot leven te brengen en een breed draagvlak te creëren. Het eerste pilootproject Hobbylab schoot na de paasvakantie van 2022 uit de startblokken.

Aanpak en resultaten

Menen heeft al een uitgebreid aanbod van buitenschoolse opvang en activiteiten voor kleuters en lagere schoolkinderen, maar nog geen erkende buitenschoolse opvang. Dat de stad kan starten van een wit blad, vindt Cara een groot voordeel. “BOA is een kans om het bestaande aanbod verder te versterken, te centraliseren en nog toegankelijker te maken voor zoveel mogelijk kinderen.”

Bij de buitenschoolse opvang en activiteiten zijn heel wat mensen en diensten binnen de stad betrokken. Deze mensen komen zo’n 4 keer per jaar samen in een interne stuurgroep. De interne stuurgroep buigt zich over het uitstippelen van de visie en aanpak, het terugkoppelen van activiteiten. De leden van de stuurgroep zijn ook de brug naar verschillende stadsdiensten die een rol spelen in BOA. Cara coördineert als BOA-regisseur de overkoepelende aanpak.

In september 2021 organiseerde Menen een inspiratieavond voor alle mogelijke actoren: scholen, verenigingen, eerstelijnshulpverlening, schepenen en gemeenteraadsleden,… Dat inspiratiemoment was zo’n beetje het startschot voor BOA. “We hebben uitleg gegeven bij het decreet en bij het kwaliteitslabel. We hebben ook iemand uit Anzegem uitgenodigd om te vertellen hoe zij daar hun buitenschoolse opvang- en activiteitenaanbod invullen, en de samenwerking tussen scholen en andere partners vormgeven. Aan de inspiratieavond was ook een netwerkmoment gekoppeld, dat kon op dat moment fysiek. Onze communicatiedienst heeft alle actoren in kaart gebracht en heeft ook het huidige opvang- en activiteitenaanbod in Menen gevisualiseerd. We werkten rond 5 thema’s: onderwijs, verenigingen, sociale sector, stadspartners, jeugd en kind. We hebben de aanwezigen gevraagd om samen met ons een SWOT-analyse te maken. Wat zijn de sterktes en zwaktes van het huidige aanbod? Waar liggen de kansen en de bedreigingen?”

Cara en haar collega’s hebben ook een bevraging voor ouders opgezet. “Die hebben we zo breed mogelijk verspreid: op onze eigen sociale media, met flyers in de scholen, in het Huis van het Kind,… We hebben de bevraging zo laagdrempelig gehouden: je moest gewoon een QR-code scannen en je kon beginnen antwoorden. Zo’n 150 ouders hebben meegedaan aan de bevraging. De scholen hebben we apart bevraagd. Mijn collega en ik zijn in alle 15 basisscholen in Menen met de kinderen gaan praten. In elke school hebben we er twee klassen uitgepikt, zodat we een goeie mix hadden van alle leeftijden. Heel leuk om te doen!” Om lokale actoren nog beter te betrekken zet de stad Menen ook in op 1-op-1 contacten. Samen met de brugfiguur onderwijs is Cara persoonlijk langsgegaan bij de verschillende schooldirecties en organisatoren om hen verder te bevragen over BOA.

“Alle resultaten van de bevragingen hebben we gebundeld en voorgesteld (helaas noodgedwongen online) aan de groep die ook was uitgenodigd voor het eerste inspiratiemoment. We hebben ook het beleid voortdurend op de hoogte gehouden. We zetten BOA op de agenda van elke mogelijke vergadering, het moet echt leven in de gemeentelijke organisatie.”

Om lokale actoren nog beter te betrekken zet de stad Menen ook in op 1-op-1 contacten. Samen met de brugfiguur onderwijs is Cara persoonlijk langsgegaan bij de verschillende schooldirecties en organisatoren om hen verder te bevragen over BOA.

Menen is een van de 43 Vlaamse gemeentes die al een eerste BOA-subsidie heeft ontvangen. “In het derde trimester van het schoojaar 2021-2022, na de paasvakantie, startten we met Hobbylab  in een vijftal pilootscholen”, zegt Cara. “Met Hobbylab willen we een mix van activiteiten naar de scholen brengen. Sport, muziek, toneel,…: alles kan. We moeten nu volop experimenteren, zien wat werkt en aanslaat en wat niet. Vanaf schooljaar 2022-2023 willen we het aanbod van Hobbylab verder uitbreiden. We willen dan met een uitgebreide menukaart naar scholen, ouders en kinderen stappen.” Vanuit de visie dat elk kind moet kunnen deelnemen aan dit buitenschools aanbod, wordt de kostprijs van die activiteiten gefinancierd vanuit Hobbylab. De opvang wordt dus niet duurder.

In 2023 zet de stad Menen ook extra in op kleuteropvang met kwaliteitslabel. In 2023 is er immers nog maar één initiatief dat het kwaliteitslabel kleuteropvang ontving. Om in de toekomst te kunnen voldoen aan de subsidievoorwaarden (50% van de BOA-subsidie moet besteed worden aan kleuteropvang kwaliteitslabel) stimuleert de stad ook de Meense scholen om het kwaliteitslabel aan te vragen. Eind 2022 hadden verschillende scholen in Menen hun aanvraag daarvoor ingediend. Het kwaliteitslabel kleuteropvang krijgt een plaats in het subsidiereglement dat voorbereid wordt in 2023.

Sterktes en succesfactoren

  • Een sterke BOA-regisseur die tijd en ruimte heeft om het BOA-traject vorm te geven, geeft een vliegende start aan het traject en houdt het traject levend.
  • We hebben in Menen al een uitgebreid aanbod. We koesteren wat er is. BOA is een kans om het bestaande aanbod verder uit te bouwen en te centraliseren. Dat biedt ook mogelijkheden om het duidelijker te communiceren aan kinderen en hun ouders.
  • 1-op-1 in overleg gaan met partners helpt. Soms zijn er bepaalde spanningen tussen partners, die het niet altijd evident maken om in grote groep standpunten in te nemen. Door 1-op-1 in gesprek te gaan kan je dit overbruggen en beter zicht krijgen op de noden en behoeften van de verschillende partners. 
  • We hebben nog wat tijd voor het decreet in voege treedt. Dat geeft ons ruimte om te experimenten en projecten uit te testen. We kunnen blijven vergaderen tot 2026, maar we willen nu vooral dingen doén. Werkt een pilootproject niet? Geen probleem, dan proberen we iets anders of passen we het aan. Werkt het goed? Super, dan kunnen we het ook op andere plekken misschien kopiëren.

Knelpunten en uitdagingen

  • We merken dat we een concreet aanbod moeten voorstellen aan de verschillende actoren. Scholen zitten na 2 jaar corona nog altijd wat op hun tandvlees, verenigingen draaien vooral op vrijwilligers die nu al bergen werk verzetten, je kan niet verwachten dat ze ook nog eens dat BOA-verhaal op hun eentje gaan trekken. Wij nemen daarom vanuit de stad een actieve regierol op.
  • Niet alle actoren staan ervoor open hun activiteitenaanbod naar de scholen te brengen. Maar is het ook niet evident om alle kinderen na school naar een activiteitenaanbod buiten de school te brengen.
  • In Menen hebben we acht basisscholen, heel veel verenigingen, een sterke eerstelijnshulpverlening,… Maar al die actoren kennen elkaar nog onvoldoende en vinden niet altijd de weg naar elkaar. Met de stad als regisseur kunnen nieuwe samenwerkingen ontstaan en kunnen we het sociaal weefsel in Menen verder versterken. Belangrijk is te blijven investeren in die contacten, om zo de betrokkenheid bij het BOA-verhaal niet te laten verwateren.
  • Niet alle gezinnen vinden even goed de weg naar de buitenschoolse opvang en de buitenschoolse activiteiten. Als dat aanbod vertrekt van scholen en als we ook de betaalbaarheid kunnen verzekeren dankzij het decreet, kunnen we de drempel verlagen. Al blijven er ook nog vraagstukken. Wat doen we bijvoorbeeld met kinderen die niet in Menen wonen, maar hier wel naar school gaan? Hoe maken we die warm voor de buitenschoolse opvang en de activiteiten?

Meer weten?