Kring.jpeg
Provider image

In Deerlijk spelen de scholen een belangrijke rol in het opvanglandschap. Er is geen gemeentelijke kinderopvang en slechts één particulier opvanginitiatief. De zeven Deerlijkse scholen voorzien daarom al vele jaren zelf opvang voor en na school. Het decreet BOA zorgt ervoor dat het lokale bestuur voor het eerst subsidies krijgt om aan de slag te gaan met buitenschoolse opvang en activiteiten.

Aanpak en resultaten

In Deerlijk neemt binnen het lokale bestuur een sterke tandem vanuit vrije tijd en welzijn het eigenaarschap voor het proces BOA in handen. Ze doen dit samen met een externe begeleider. “Het BOA-decreet kwam als geroepen omdat we aanvoelden dat er heel wat maatschappelijke noden leefden waarin dit decreet ons handvaten of oplossingen biedt.” zegt Wouter Mortier, hoofd vrijetijd en onderwijs in Deerlijk. Op basis van een procesplan met mijlpalen en een duidelijk tijdspad werken ze vandaag al om klaar te zijn met het lokale BOA-beleidsplan tegen het nieuwe meerjarenplan in 2026.

Ter voorbereiding daarvan lopen ze een participatief proces. De Deerlijkse scholen nemen daarin een prominente rol op. Het overlegplatform Deerlijkse schooldirecties bestaat al langer. Nu staat het decreet BOA daar ook structureel op de agenda. Via dat overlegplatform verzamelden ze input van de scholen die gebruikt is om de visie op buitenschoolse opvang en activiteiten in Deerlijk vorm te geven. Ook andere partners (bijvoorbeeld jeugdwerkingen, speelpleinwerking, verenigingen, …), ouders en kinderen konden input geven voor die visie. De visie vertrekt van wat kinderen nodig hebben in hun vrije tijd na school.

Het overlegplatform Deerlijkse schooldirecties kon feedback geven op een eerste versie van de visie en de bijhorende doelstellingen. Ze gaven input naar mogelijke acties.

Uit het voorbereidende werk haalden ze vier projecten, waarmee ze aan de slag gaan in de aanloop naar de implementatie van het decreet:

  1. Aanbod afgestemd op noden tijdens bouwverlof en kerstvakantie, vanuit de vaststelling dat er in beide periodes te weinig kleuteropvang zou zijn.    
  2. Match tussen wat verenigingen communiceren over het buitenschoolse opvangaanbod en wat ouders willen weten over dat aanbod. Dit vanuit de vraag “welke informatie willen ouders krijgen?”.
  3. Informeren en stimuleren tot kleuteropvang met kwaliteitslabel, omdat er daar vandaag nog onvoldoende aanbod van is in Deerlijk.
  4. Kwalitatieve schoolopvang, waarin ze samen met de scholen de kwaliteit van het naschoolse opvangaanbod op school willen verbeteren. Dit door te zoeken naar quick wins en kwaliteit bevorderende ingrepen zoals speelkoffers, sportproevertjes, …

Sterktes en succesfactoren

  • Sterk eigenaarschap in het lokale bestuur zelf, dankzij de trekkende tandem tussen vrije tijd en welzijn.
  • Investeren in samenwerking loont. In Deerlijk is er al verschillende jaren een goede samenwerking tussen het lokale bestuur en de verschillende scholen. Dit werpt nu zijn vruchten af.
  • Een externe procesbegeleider neemt verschillende rollen op. Een neutrale rol, want hij kent de achtergrond niet, maar ook de rol van ‘schoonmoeder’ om iedereen bij de les en bij de planning te houden. De externe procesbegeleider verzet ook veel werk, wat echt ondersteunend is voor de medewerkers van het lokale bestuur.

Knelpunten en uitdagingen

  • Op het infomoment om input te verzamelen van verschillende partners die in Deerlijk betrokken zijn bij BOA, waren de verenigingen niet aanwezig. Het is niet makkelijk om hen te bereiken en te betrekken in het verhaal.
  • Vanuit de ouderbevraging stelden een twintigtal ouders zich kandidaat om deel te nemen aan een focusgroep. Jammer genoeg daagde geen enkele ouder op tijdens de focusgroep zelf. Ook hier waren extra inspanningen nodig om hun inzichten te verzamelen (digitale babbels, telefoongesprekken, …).

Meer weten?